skip to Main Content

VERMEER TAXEREN

693 gulden. Dat was de waarde van de bezittingen van de ouders van Johannes Vermeer in 1623. Dat blijkt uit een bewaard gebleven taxatierapport van de inventaris van de ouders van de kunstenaar. Door dit taxatierapport wordt ook duidelijk dat zij diverse schilderijen in bezit hadden waaronder stillevens, historieschilderkunst, portretten en genretaferelen.

Johannes Vermeer kreeg de kunst met de paplepel ingegoten. Zijn vader had een herberg in Delft waar veel kunstzinnige en kunstminnende gasten over de vloer kwamen. In deze goedlopende herberg werd stevig gedronken en in sommige gevallen werd de rekening door kunstenaars betaald met schilderijen. Naast herbergier was de vader van Vermeer kunsthandelaar. Net als kunstenaars diende een kunsthandelaar lid te zijn van het Sint Lucasgilde. De vader van Vermeer stond bij het gilde van Delft ingeschreven als ‘Mr. Constverkoper’. Vermeer werd in 1653 net als zijn vader ook lid van het kunstenaarsgilde.

Het is tot op de dag van vandaag een mysterie wie de leermeester is geweest van Vermeer. Er zijn diverse kunstenaars in Delft die hem mogelijk hebben geïnspireerd en waar hij zelf schilderijen van in huis had. Dit blijkt uit een inventarisatie die is opgesteld na het overlijden van de kunstenaar in 1675. Hierin is te lezen dat Vermeer de eigenaar was van onder andere schilderijen van Carel Fabritius en Samuel van Hoogstraten.

Het taxatierapport van de ouders van Vermeer en van hemzelf geven een inzicht in het leven van de grote meester. De rapporten tonen daardoor niet alleen de waarde en aanwezigheid van de bezittingen maar hebben ook grote kunsthistorische waarde.

Het taxatierapport van de ouders van Johannes Vermeer, 1623.

blank

Johannes Vermeer, Allegorie op de schilderkunst, 120 x 100 cm, ca. 1667.

blank

De inventarisatie van de nalatenschap van Johannes Vermeer met daarin o.a. de vermelding van de aanwezigheid van een schilderij van Carel Fabritius, 1676.

Back To Top
×Close search
Zoeken